De Romeinen zijn een volk dat leefde in Rome en Italië tot het jaar 500. Ze hebben een grote invloed op de geschiedenis van de wereld gehad net als de Oude Grieken. Ze stichtten een gigantisch rijk, het Romeinse Rijk, wat grote delen van Europa bevatte. We kennen nog altijd hun mooie gebouwen en monumenten, hun wijze spreuken en hun Romeinse cijfers.

Ontstaan

 
Een beeld over de mythe van Romulus en Remus

Het Romeinse rijk is ontstaan toen Rome gesticht werd in 753 v.C. Het verhaal gaat dat Rome gesticht is door Romulus en Remus, een tweeling, met als vader de god Mars (oorlog). Zij stichtten een stad en kregen daarna ruzie over wie de stad mocht besturen, en toen gingen ze erom vechten. Remus werd gedood in het gevecht en Romulus ging de stad Rome besturen.

Ook in nederland

De romeinen waren ook in nederland. in zeeland haden ze hun intrek genomen. toen zeeland in 473 N.C. overstroomde vluchte ze weg nieman

Een ander verhaal

Een ander verhaal van het ontstaan van Rome is een verhaal over boeren uit Longa Alba die versterkte muren bouwden om hun landen te beschermen, zich met elkaar verenigden en zo de stad Rome vormden. Rome werd toen bestuurd door een volk uit Noord-Italië, de Etrusken. Tot 509 voor Christus was Rome een koninkrijk, na deze tijd werden de Etrusken verdreven en stichtten de Romeinen een republiek.

De republiek van de Romeinen had een sterke en duidelijke regering. Door het goede bestuur breidde het Romeinse Rijk zich langzaam over bijna heel Italië uit. Rome breidde zich uit omdat de bewoners van Rome hun buren niet vertrouwden. De Romeinen vielen hun buren aan voordat zij het zouden doen.

Om een groot en machtig rijk te worden, is een sterk leger nodig. De bekendste legerleider was Julius Caesar. In 60 voor Christus haalde hij de hoogste ambt, hij werd consul en proconsul. Ook kreeg hij een provincie waar hij de baas werd.

d woonde toen in zeeland. sinds de 17e eeuw is zeeland weer bewoond.

De cultuur

De Romeinen leerde veel van de Grieken. Omdat de Romeinen zo geïnspireerd waren door de Griekse kunst, wilde zij hier steeds meer van. De Romeinen gingen hierdoor de Griekse kunst namaken. Ook namen de Romeinen de Griekse architectuur over. Doordat het lastig was op alles precies na te maken, kwam er al gauw een eigen stijl. Zo ontdekten de Romeinen de boogstructuur die veel sterker was dan de Griekse zuilen die dicht bij elkaar moesten staan voor de stevigheid van het gebouw. Door de boogstructuur konden de zuilen verder uit elkaar worden geplaatst. Er werden niet alleen huizen en tempels gebouwd, maar ook aquaducten en er kwamen verharde wegen in het Romeinse Rijk.

De Romeinen vonden gezondheid belangrijk. Zij zagen dat schoon water een belangrijk middel is voor een goede gezondheid. Men bouwde hierdoor dorpen een steden naast schone waterbronnen. Uiteindelijk werden de steden te groot. Dit was een rede om waterleidingen te bouwen. Het water dat uit de bron kwam, werd via grote buizen vervoerd. Wanneer een waterleiding een vallei moest overbruggen, kwam er een aquaduct tot stand. Bijna elk huis was aangesloten op een waterleidingnet. Door de liefde voor schoon water ontstonden er badhuizen. Hier kwam een gemiddelde bewoner van het Romeinse Rijk, bijna vijf keer per week. Dit was omdat er thuis geen bad of douche was, alleen de rijke Romeinen hadden een eigen douche of bad. In de badhuizen konden de mensen samen in warme en koude baden zitten, maar ook samen naar openbare toiletten. Ook was er een plaats in het badhuis waar de mensen zich konden laten masseren. In de badhuizen kon je gezellig samen praten maar ook serieuze afspraken bespreken. Doordat er openbare toiletten waren, ontstond er ook een riolering. De toiletten werden na gebruik schoon gespoeld met schoon stromend water.

 
Het Colosseum

Een bekend gezegde uit de Romeinse tijd is: "Het volk wilt brood en spelen". Er werden hierdoor sportwedstrijden georganiseerd voor het volk en er werd ervoor gezorgd dat iedereen te eten kreeg. Om het eten te krijgen moest er gewerkt worden. Door dit harde werken ontstonden er prachtige bouwwerken en nieuwe uitvindingen. Zo ontstond het Colosseum waar veel gevechten werden gehouden. Iedere man in het Romeinse Rijk werd opgeroepen om minstens zeven jaar in het leger te dienen. Op deze manier ontstond er een enorm leger dat het Romeinse Rijk nog verder kon gaan uitbreiden.

De gezondheid was erg belangrijk voor de Romeinen. Zij aten dan ook over het algemeen gezond voedsel. Overal waar zij kwamen, namen de Romeinen hun voedsel mee. De Romeinen aten veel graansoorten, groenten en fruit. Wanneer je ziek werd, kon je naar een arts toe. Deze artsen hadden veel geleerd en geërfd van de Grieken.

De Romeinen spraken en schreven in het Latijns. Om dit te leren kregen veel kinderen vanaf ongeveer hun zevende jaar les in de taal. Dit gebeurde veel thuis. Een slaaf gaf de kinderen les tot zij ongeveer twaalf jaar waren. De slaaf was meestal afkomstig vanuit Griekenland. De kinderen kregen les in lezen, rekenen en schrijven in Latijn en Grieks. Na hun twaalfde jaar kregen de kinderen les in lezen, muziek, wiskunde en het houden van toespraken. Ook werd er veel gesport. Hier was een speciale school voor: het Gymnasium. Hier gingen veel jongens heen waar zij sterk en handig werden. Dit was belangrijk voor het leger waar zij later in zouden dienen.

De Romeinen in Nederland

Caesar was een goed legerleider. Door zijn slimme tactieken versloeg Caesar heel Gallië. Hij zette namelijk de volken tegen elkaar op en viel ze aan wanneer ze zwak waren. Door deze tactiek bereikte Caesar rond 58 voor Christus België en Nederland. De veroveringen in Nederland waren lastig. Na zes jaar vechten trok het leger van Caesar zich terug uit Nederland. Toch gaat de opvolger van Julius Caesar het nog eens proberen. De opvolger van Julius Caesar is Keizer Augustus. In 12 voor Christus verovert Keizer Augustus bijna heel het land. De grens van het Romeinse Rijk wordt de Rijn. Dit is een natuurlijke grens. Het zuiden van Nederland behoort nu tot het Romeinse Rijk. Het noorden van Nederland behoort nog tot het gebied Germania. De grens van het Romeinse Rijk wordt ook wel de Limes genoemd. Deze Limes liep van Katwijk aan Zee, langs de Oude Rijn naar Arnhem en zo door naar Duitsland. Omdat in Duitsland ook de Rijn de grens van het Romeinse Rijk was, werd de Rijn ook wel de Nedergermaanse Limes genoemd.

 
Een fort uit de Romeinse tijd

Om deze natuurlijke grens te bewaken werden er forten (castella) gebouwd. Nederland had er hier ongeveer 18 van. In zo'n Castella pasten wel een cohort (ongeveer 500 man). Ook werden er legerplaatsen (castra) gebouwd. In Nederland was er hier één van. In zo’n castra was plaats voor een heel legioen (= 4800 man). In Nederland lag deze plaats dichtbij Nijmegen. Deze legerplaats heette de: Castra Batavodorum. Langs de grens waren wachttorens waar soldaten dag in, dag uit woonden. De soldaten aten en sliepen in de wachttorens. De torens stonden op gehoorafstand, dit was voor het geval er gevaar dreigde. De forten en wachttorens werden met elkaar verbonden door een kaarsrechte wegen. Zo konden de soldaten zich gemakkelijk verplaatsen over een goede ondergrond. Sommige forten en legerplaatsen groeiden uit tot steden. Buiten de forten ontstonden nederzettingen (canabae) voor gewone burgers. Deze nederzettingen groeiden soms uit tot grote steden. Zo zijn steden als Nijmegen, Maastricht en Heerlen ontstaan.

De Romeinen verdedigden natuurlijk niet alleen, ze vielen ook aan (anders kwam het grote rijk er natuurlijk nooit). Als ze aanvielen hadden de Romeinse officieren een slim plan bedacht. Ze hielden schilden voor, naast en boven zich.

Maar in 476, hoe sterk het Romeinse Rijk ook was, werden ze geplunderd door de Germanen en dit betekende het einde van het Romeinse rijk.

Veranderingen in Nederland

Voordat de Romeinen kwamen, leefde de mensen in Nederland in kleine stammen. De mensen verbouwden voedsel en hielden dieren zoals koeien, schapen en paarden. De mensen leefde in houten huizen met een lemen dak. Toen de Romeinen in Nederland kwamen, ontstonden er nederzettingen (dorp of stad). Hier gingen veel mensen wonen. De kleine stammen en houten huizen verdwenen hierdoor. De Romeinen leerden de Nederlanders hoe zij huizen moesten bouwen van steen en met een dak van dakpannen. Ook leerden de Romeinen de Nederlanders hoe zij vloerverwarming moesten aanleggen. De Nederlanders waren wel onder de indruk van de Romeinen.

Omdat de stammen in Nederland van die tijd op keken tegen de Romeinen, wilde zij ook graag een van hen worden. Dit konden zij worden door dienst te nemen in de hulptroepen. Dit was alleen voor mannen. De mannen namen 25 jaar dienst in de hulptroepen. Na deze 25 jaar kregen de mannen en hun gezinnen het Romeinse burgerrecht. De mannen en hun gezinnen hadden nu dezelfde rechten als een Romein. De mannen in Nederland leefde tijdens hun diensttijd vooral in grensforten om de grens te bewaken.

De Romeinen zorgde in Nederland voor goede wegen. Ook bouwden de Romeinen bruggen door middel van de boogconstructie. In Nederland waren de wegen meestal verharde grindpaden met sloten aan de zijkanten. Langs de wegen stonden palen waarop stond hoelang het duurde tot je bij de dichtst bijzijnde stad was. Ook stond de naam van de keizer die de weg had aangelegd of had vernieuwd, op de palen. Langs de wegen naar de steden werden herbergen gebouwd. Hier konden mensen overnachten en van paard wisselen tijdens zijn reis. Goederen werden vaak over rivieren vervoerd. Zo zouden de goederen minder snel breken en het was een stuk goedkoper dan over het land vervoeren. Hierdoor werden rivieren goed beveiligd. Er kwamen ook havens.

Zuid-Nederland hoorde nu ook bij de provincie Germania Inferior. De hoofdstad van deze provincie was Keulen.

 
Romeins geld

Ook werd de economie in de landbouw beter. Toen de Romeinen net in Nederland waren, maakten de boeren alleen eten voor zichzelf. De boerenhadden niet genoeg eten om anderen eten te geven. De Romeinen wilde wel anderen eten geven. De Romeinen bouwden een grote boerderij (Villae Rusticae). De meeste grote boerderijen stonden in Brabant en Limburg. De Villae Rusticae werd gebouwd met steen en dakpannen. Ook was er vloerverwarming. In deze grote boerderijen konden veel boeren samenwerken. Door veel samen te werken kwam er veel eten dat de boeren konden gaan verkopen. De boeren verdienden zo geld.

De mensen in Nederland kochten spullen door ze te ruilen. De Romeinen vonden dit niet handig. De Romeinen vonden het geld uit. Het ruilen ging niet helemaal weg. Op het platteland werd nog veel geruild. Spullen verkopen werd gedaan op een markt. Op de markt kon je ook spullen uit andere Romeinse landen kopen zoals wijn

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb